Tagarchief: darts

De Fulmar Inn: Het dartbord (3)

Een week later kwamen de vrouwen sportief gekleed en broodnuchter als groep de kroeg binnen. De mannen zaten al aan de bar en hadden een stukje in de kraag.

‘Ah, daar zullen we de verliezers hebben.’

Geen van de vrouwen reageerde op Gerrits opmerking.

‘Heren, dit zijn Kitty en Judith. We spelen tegen jullie mannen. We hebben de regels aan Koos gegeven. Een man gooit drie pijlen, dan een vrouw drie pijlen. De volgende persoon gooit de volgende drie pijlen. Enzovoorts en zo verder. Als elke darter is geweest, dus na twaalf pijlen, gooit de eerste darter weer. Van 501 naar 0. Eindigen met een dubbel. Dat is een leg. Wie een leg wint, staat 1-0 voor. Wie het eerst drie legs heeft gewonnen, wint de set. We spelen vijf sets. Dus wie het eerste drie sets wint, wint de wedstrijd en de eer en gratis drinken. en de tegenstander krijgt de hoon voor een heel jaar. Vragen?’

De mannen zaten overrompeld op hun kruk. Ze moesten lang nadenken.

‘Hebben we een scheidsrechter nodig?’

‘Alleen als je van plan vals te spelen: ja. In dat geval verlies je sowieso de hele partij. Met eeuwige schande als boven op de hoon op je schouders.’

Koos besloot dat hij een zeil in het oogje zou houden.

Berend opende de partij. De mannen achter hem schreeuwden als onverlaten bij elke pijl die in het bord bleef zitten. Na zijn beurt gooide de tanige Kitty drie pijlen. Zo ging het over en weer. De eerste leg werd gewonnen door de mannen. Net.

De vier mannen deden minutenlang een Mexicaanse wave. Ze gaven elkaar high fives alsof ze de wedstrijd al gewonnen hadden.

Maar dat was ook meteen de laatste leg. De vrouwen dronken geen druppel alcohol, lieten de sneren van zich afglijden, herstelden zich meteen na een slechte worp, en werkten als een team. Bij de mannen groeide het onvermogen om zich te concentreren.

Afgedroogd, dat werden de mannen. Na nog geen half uur stond het 3-0.

Zonder een woord te zeggen gingen de vrouwen aan een tafel zitten en bestelden een hele fles wijn. Ze smoezelden met elkaar over hun werk, en geen moment spraken met de mannen over het darten.

Tot Berend het niet meer uithield.

‘Wat is dit?’

De vrouwen keken gelijktijdig op en om naar Berend.

‘Wat is wat, Berend?’

‘Jullie darten ons van de mat, en jullie gaan geen seconde ons uitlachen?’

Jonneke stond onzeker op met haar glas wijn in de hand. Schijnbaar een tikkel teut sprak ze langzaam en met dubbele tong:

‘Nee.’

Daarop ging ze weer zitten. Om meteen weer op te staan.

‘Wij winnen om het spel, jullie mannen willen winnen en verliezen om de knikkers.’

Berend keek glazig langs Jonneke in de verte, waar een Keulse klok donderde.

‘Is toch logisch?’

Geen van de vrouwen zei iets.

‘Weet je wat?’

Kitty, de tanige blonde vrouw, stond op en ging bij de keus van het biljart.

‘Laten jullie ons eens zien hoe je wint.’

De mannen lieten geen spoor van enthousiasme zien.

‘Met biljarten.’

Judith, ferm gememd, sprong op.

‘Kitty. Niet doen.’

Dat was de druppel die de mannenemmer deed overlopen.

Gerrit en Sjoerd sprongen van hun kruk, grepen hun eigen keu van achter de bar, haalden het kleed van het biljart, knipten het licht aan en na een euro in de ballenkast stonden ze met de ballen hijgend van opwinding klaar om af te stoten.

‘Laten we een rondje biljart doen.’

‘Gewoon om het spelletje?’

‘Ja. Tenzij je geld wilt verliezen.’

‘Nee, dat niet. Maar zijn jullie bereid geld te verliezen? Want als dat zo is, wil ik wel een paar euro stukslaan op een…’

Haar laatste woorden gingen teloor in de uitbarsting van lachen. De tranen biggelden Gerrit en Sjoerd om de wangen.

‘Die is goed. Hihihi, hahaha. Leg de tien euro dan maar op de bar. Koos zal er wel op letten.’

Koos keek verstoord op.

‘Tuurlijk, Koos let er wel even op. Koos doet dit, Koos doet dat.’

Hij mopperde nog wat voort, maar was tegelijk ook heel benieuwd naar de biljartstrijd tussen man en vrouw.

Sjoerd had de ballen op het biljart geplaatst.

‘Driebanden? 47/2? Jullie zeggen het maar dames.’

Kitty keek de andere vrouwen kort aan. Zei toen ferm:

‘Tien over rood.’

De mannen in de kroeg wiehoeden van licht verwijfd enthousiasme.

‘Tenzij jullie natuurlijk niet durven.’

Judith keek Sjoerd en Gerrit van onder haar wenkbrauwen aan, met een hand op haar brede heup.

‘Dames dames. Jullie weten niet waar je je mee inlaat.’

Sjoerd legde de ballen klaar.

‘Doe maar eens een lekkere stoot.’

Judith stootte af. Ze raakte de bal niet echt lekker. Ze miste de rode.

‘Onze beurt!’

Gerrit legde de ballen opnieuw klaar en stootte af. Het eerste punt was binnen. Na vier keer stoten stonden vier punten op de teller. De dames hadden 0.

Alle mannen in de bar hadden een overwinningsgrijns op de bakkes. De dames zaten aan hun tafel en kletsten elkaar bij over hun leven. Echt aandacht voor het biljart hadden ze niet.
Op de vijfde bal miste Gerrit een bandstoot op een paar haren na. De ballen lagen vervolgens bijzonder onhandig voor de vrouwen: de witte stootbal lag bijna klem achter de andere witte.

‘Dames, genoeg gekwekt. Jullie zijn aan de beurt.’

Kitty nam een keu van het rek, keek of de keu recht was, inspecteerde de pomerans, maakte een paar luchtstoten, legde aan, en na drie keer de keu tot aan de witte bal te hebben gebracht, stopte toen even met de keu achteruit terwijl ze onder har arm door keek naar Sjoerd, die naar haar billen keek. Ze grijnsde vilein. Met een laatste blik op de bal stootte met veel kracht en topeffect de bal richting de rode bal. Die werd minimaal geraakt, waarna de witte bal het biljart rond ging en met net voldoende energie tikten de witte ballen elkaar aan.

‘Een.’

De ballen lagen nu een stuk eenvoudig. De mannen keken een beetje verbaasd. Maar ach, het kon ze niet bang maken.

‘Beginnersgeluk.’

Dat was de laatste opmerking die Gerrit maakte. In nog geen vijf minuten speelde Kitty de resterende negen punten binnen, eindigend met een loss driebander. Ze pakte de twintig euro van het biljart en bestelde voor de vrouwen een fles wijn.

De mannen keken zwijgend naar het biljart waar de ballen nog steeds lagen.

© Rick Ruhland 2021

De Fulmar Inn: Het dartbord (2)

Toen wintersport en carnaval voorbij waren, raakte de kroeg weer bevolkt met de stamgasten. Evert liep een beetje mank, maar hij zei luchtig dat er niets aan de hand was.

Het was Berend die het als eerst opviel dat er iets was veranderd in de kroeg. Het was niet veel, maar voor een katholiek als hij was het een wereld van verschil. Jezus was van de muur gehaald. Jezus was weg.

‘Jezus, Koos.’

‘Wat?’

Koos keek geschrokken Berend aan. Het rumoer in de kroeg dreef van de bar weg zoals een druppel afwasmiddel vet op het afwaswater uiteen drukte.

‘Wat?’

‘Waar is Jezus?’

Iedereen keek naar de plek aan de muur waar nu alleen nog een lichte vlek getuigde van de crucifix. Waar het beeld ooit hing, resteerde nu een kruis omgeven door de lichtbruine verkleuring van de muur, een getuige van tijden dat in de kroeg heftig gerookt werd.

‘Jeetje, Koos. Was je hem zat?’

Koos schudde zijn hoofd en nam een glas water.

‘Ik dacht in de winter na over de kroeg, en toen Evert nieuw in de kroeg kwam, en jullie begonnen over muziek en andere bezigheden, gingen bij mij de ogen open. Er zijn best leuke dingen te doen in de kroeg.’

‘Jezus weghalen is een leuk ding?’

Berend kon er niet om lachen.

‘We gaan iets nieuws beginnen. Volgende week komt daar een professioneel dartbord te hangen.’

‘Wow! Ja, dat moeten we hebben.’

Evert keek Maartje aan.

‘Ik ben nog niet zo goed in het herkennen van spot en ironie, Maartje. Was dat bij jou zojuist het geval?’

‘Hell yeah!’

‘Hm. Ik zal je niet meteen afvallen, en ook als pijltjes gooien misschien iets voor mannen, een beetje jagen met mini-speren, dan nog kun je er wel lol in hebben.’

De rest van de avond spraken ze over darts, kroegspellen, Engeland. Ze keken geen van allen naar wedstrijden op televisie, want dat waren toch wel zweterige en dikke mannetjes. Lelijk ook, meende Jonneke. Er werd ook nog even had gelachen toen Evert een dart-sketch op zijn smartphone liet zien.

Een week later hing het bord. Koos maakte er een officiële opening van. Hij had een theedoek met koffievlekken over het bord gehangen, en de plaatselijke dartkampioen Leendert gooide een voor een alle darts die Koos had aangeschaft in het bord.

Er moest meteen die avond gedart worden. De mannen stonden meteen klaar om te laten zien hoe goed ze konden gooien.

Toen Maartje opstond en naar het dartbord, keek het oudere deel van de mannen onthutst die de pijlen uit het bord trok. Ze draaide zich om en keek in de met ongeloof gebeitelde gezichten van de mannen.

‘Oh. Nee he. Niet weer. Vrouwen mogen niet darten.’

Gerrit kuchte.

‘Mogen wel, maar kunnen niet.’

‘Parrrrrrdon?’

Ze zette haar handen in de zij. Bewegingsloos staarde ze hem de onderbroek in de bilspleet. Toen sprak ze gedecideerd:

‘Laat maar zien hoe je mij verslaat, oud dikhoofd.’

Gerrit lachte de uitdaging weg.

‘Nee nee. Hier komen. We doen een 501. Wie het eerst om 0 staat. Eindigen met een dubbel.’

Vijftien pijlen later was Maartje uit. Gerrit stond op 369.

‘369, Gerrit. Je leeftijd. Hahahaha.’

Gerrit zat de rest van de avond mokkend aan de bar. Berend kon het niet hebben.

‘Wou je zeggen dat je met een ‘leg’ gooien hebt bewezen dat je beter bent dan ons mannen?’

‘Nee, dat zullen we volgende week laten zien. Ik, Jonneke en twee vriendinnen spelen volgende week vijf sets tegen jullie mannen. Best of five. Deal?’

De spottende snurk van Berend was genoeg.

De vrouwen lieten de mannen in de waan en in de kroeg achter.

[Wordt vervolgd…]

© Rick Ruhland 2021