Tagarchief: visser

Alle moraal is lokaal

Er leeft bij menigeen het idee, een wens goed beschouwd, dat er een universele moraal is. Dat er gedrag is aan te wijzen, te formuleren op een abstract niveau of zelfs een zeer concreet niveau, dat alle mensen eigen zou zijn. Een stap verder: dat alle mensen zouden moeten onderschrijven. Waaraan alle mensen zich moeten houden. En misschien zelfs: een moraal die op te leggen is aan alle mensen.

Ik stel dat dat onzin is. Zulk gedrag, de handelende mens met een universele moraal, is een utopie, een waanbeeld, dat alleen op intenties valt vol te houden, maar dat botst in de praktijk op bezwaren en wetten van de overleving. Laat me, om uit te leggen waarom dat zo is, het verhaal van de Visser en de Alpbewoner vertellen.

De Visser woont met zijn gezin aan de dijk langs de zee. Elke dag gaat hij de dijk op om te zien of het verantwoord is om met de boot de ze op te gaan. Elke dag inspecteert hij met de andere mannen van het dorp de dijk. Als de dijk door storm of regen verzwakt is, moet onmiddellijk de dijk worden verzwaard. De zee neem je serieus, zegt de Visser als mensen hem vragen waarom ze zo alert zijn op de kwaliteit van de dijk. Een zwakke of te lage dijk, dat kon de dood van zijn gezin betekenen. En zo denkt iedere visser er over. De visser geniet van het uitzicht, en dat maakt zijn denken weids. Zomer of winter, dat maakt nauwelijks verschil. Verschil maakt hoe hoog de vloed is en hoe hard het waait.

Vele kilometers verderop, weg van de zee, woont de Alpbewoner. Hij leeft met zijn familie op een alpenweide. Elke zomer is hij druk bezig met het verzorgen van zijn kudde koeien. Die moeten vanaf de eerste warmte de weides op en vers gras eten. Elke dag zorgt hij er voor dat hij bezig is met de voorbereiding op de winter die meestal in halverwege de herfst al inzet. Hoe de berg erbij staat, dat is weinig relevant. Een rotsblok meer of minder, dat is niet relevant. De berg is sterk. In de winter zijn sneeuw en lawines bedreigingen. Hoe hard het waait, hoe hoog het water in de kleine beken staat, is niet zo relevant voor de Alpbewoner. Sneeuw, dat is een gevaarlijke neerslag. Maar of je nou een topje van de berg afhaalt, dat maakt voor het overleven van de Bergbewoner niets uit.

Dus: waar je woont, dat maakt uit wat belangrijk is. En omdat alle recht en alle moraal voortkomt uit omstandigheden, kan er nooit sprake zijn van een algemene, overal geldende en allesbeheersende moraal. Omdat niet alle omgevingen gelijk zijn.

De enige moraal die op een zeker, zij het abstract, niveau zou kunnen gelden, is de moraal van het stuk maken en het afhandig maken. Je maakt niet stuk wat niet van jou is (al kan een ongelukje zo gebeurd zijn), je maakt niet afhandig wat niet van jou is (al kan een mens zich “vergissen” in het mijn en dijn). Geen voorwerpen, geen planten, geen dieren, geen mensen. Op die twee – stuk en afhandig maken – zou altijd de meest indrukwekkende straf moeten staan. Bezie de mens en weet zijn zwakte, als je daar de moraal vervolgens aan koppelt en de strafmaat bepaalt, dan zul je zien hoe goed de wereld vervolgens functioneert.

Er is geen andere moraal dan lokale moraal.

© Rick Ruhland 2019