Maandelijks archief: maart 2015

Comfortzone

Een van de manieren om mij tot razernij te brengen is het gebruik maken van bullshitbingo en management-slang. Dat is een geheel van toverwoorden en nieuwerwetse taal die de ruimte in geslingerd wordt. Woorden en taal die op zijn best leeg en nietszeggend zijn, en op zijn slechtst het tegengestelde effect bewerkstelligen. Maar die woorden moeten wel de indruk oproepen dat er iets zinnigs gezegd wordt, terwijl bullshitbingo tijdvulling is die verhult dat die persoon niets concreets te zeggen heeft, waar ik (meestal intelligenter en creatiever dan de manager die mij zoals dat heet ‘een stukje aanstuurt’) niets mee kan. U kent die begrippen wel: een proefballonnetje oplaten, stukje synergie, op de hei zitten, toko, SWOT-analyse. Ben je manager en zoek je meer: kijk eens hier of hier.

Kort samengevat: het is een stukje kwantitatief blabla dat een hoogopgeleide als ik regelrecht schoffeert. Ik snap vaak niet eens wat iemand wil zeggen, wat iemand bedoelt, of wat zo’n bullshitbingowoord betekent. Of in mijn persoonlijke managementbullshitbingoterminologie: zwartenetkousenkennis.

Een van die woorden is comfortzone. Ik vermoed dat woord uit de therapeutenhoek komt, of uit de managertrainingenhoek. Zelden komt het woord uit de mond van iemand die geen leidinggevende is maar van iemand die het feitelijke werk doet als jij zelf. Ik heb ook nog maar zelden, zeg maar nooit, te horen gekregen waarom ik (zie mijn cv en het moet duidelijke zijn dat bij mij het begrip comfortzone – de plek waar comfort leidinggevend is – onbekend is) moet veranderen. Waarom hardwerkende individuen, die het feitelijke werk doen, die zone moeten verlaten. Een reden is mij nog nooit gegeven, maar ik heb ook geen antwoord gekregen op de vraag wat die zone nou is; ik stel sowieso meer vragen dan menig manager lief is.

Voor alles: laat die hoogopgeleide nou maar zijn werk doen. Val hem niet lastig met je eierdozenmanagement. Het is zonder meer handiger als de organisatie beweegt en die comfortzone verlaat (neem eens kijkje in de keuken van Ricardo Semler). Ik heb te vaak gezien dat een organisatie zelf verbeten blijft vasthouden aan oude, rotsvaste structuren, in de overtuiging dat de mens die het werk moet doen (de docent) zich moet aanpassen aan de grillen, fratsen en luimen van het grotere, onpersoonlijke geheel dat de organisatie altijd is. Maar erger is natuurlijk dat die comfortzone door de grootgebruikers van dat woord, het (midden)management, nooit verlaten wordt. Terwijl die juist vast aan slechte eigenschappen zitten. Terwijl die juist geen werkzaamheden verrichten die geld opleveren voor een bedrijf. Als iemand om de haverklap uit de comfortzone moet komen, dan zijn het managers.

Uit je comfortzone komen is alleen handig als die zone je beperkt, als die niet (meer) het beste uit je haalt. Een vriend wees me daarop, dat hij juist daaruit wilde. Maar dan vind ik uit je comfortzone weggaan goed. Als je comfortzone je plezier in je leven of werk heeft weggehaald of als die zone je beperkt, dan is die zone als een handicap.

Het rare is dat in mijn laatste, bijna *vorige*, baan, die comfortzone helemaal niet bestond. In je comfortzone blijven was simpelweg onmogelijk. Er was fysiek wisselende werkomgeving: in 5 jaar tijd is het bedrijf 5 x van werkplek veranderd (3 compleet verschillende gebouwen, en binnen 2 daarvan verschillende locaties). Elke half jaar was er een nieuw intranet, dat echt geheel afweek van de vorige versie en dat bij voortduring nog steeds net niet werkte. Om het jaar een nieuw curriculum, simpelweg omdat er telkens een klein dingetje niet helemaal goed was (en wat heus door een docent opgevangen of aangepast kon worden, maar ja, het vertrouwen in de docent is laag). Nieuwe managers om de zoveel tijd (in 5 jaar heb ik 4 managers meegemaakt). Geen simpele aanpassingen, al met al.

Wat erg is bij dat alles: in allerlei enquêtes komt de afdeling (ik deed iets bij een onderwijsinstelling) als slecht en zelfs slechtste uit de bus. Stel dus dat ik mijn comfortzone verlaat bij die slechte resultaten leverende afdeling: wat dan? In een andere comfortzone blijven hangen? Of steeds nieuwe opzoeken? Hoe vaak dan? Want elke keer als ik me senang voel in een nieuwe comfortzone, dan moet ik die dus verlaten? En moet ik, om het politieke spel mee te spelen, net doen alsof ik me steeds uit mijn comfortzone beweeg? Dat ik acteer dat ik me unhappy voel in mijn zone?

 Er zijn veel meer van die enge uitdrukkingen, die altijd worden misbruikt om mensen te dwingen te doen wat die ene persoon (vaak iemand uit de management, of erger, uit het middenmanagement) wil en wat de ander moet doen. Het storende daaraan: de reden is vaak vaag, en oplossingen zijn vaak matig tot slecht. Argumentering of logische redenering zijn daarbij niet van belang, of ondergeschikt aan de mening en wil van het groepje dat de lakens uitdeelt. In een artikel in de Volkskrant van Jacq. Veltman uit februari 2015 kwamen nog wat van die kulmythes aan bod. Op een rijtje:

Volg je intuïtie (nee, gebruik je verstand; intuïtie is niets meer dan een verzameling eerdere ervaringen zeer persoonlijk dus, en derhalve iets idiosyncratisch logisch, iets gemankeerd beredeneerds).

Denk in uitdagingen (nee, denk in problemen die opgelost kunnen of moeten worden; als een spijker niet de muur in wil, dan helpt het niet in uitdagingen te denken. Nee, als die spijker de muur in moet, om daaraan je ziel en zaligheid te hangen, of een schilderij, dan kan het wel een uitdaging zijn die spijker in de muur te krijgen, maar denken in uitdagingen helpt niet).

Wees jezelf (hoepel op zeg: wees minder jezelf. Wie, bijvoorbeeld ik, zichzelf zou zijn, in zijn werk, staat vrij snel op straat, of die wordt afgevoerd in een ambulance richting inrichting.

Nog twee dan: geluk is een keuze (zucht: soms heb je gewoon pech; bovendien: geluk is een consequentie van je acties) en ga in je kracht staan (wat de vuk is dat? Doe maar even niets, dus).

Indachtig ondernemers als Ricardo Semler zal ik niet meer toestaan dat een manager zich boven mij plaatst, en mij zegt wat ik moet doen. Want dan blijft zo’n man of vrouw teveel in zijn comfortzone.

© Rick Ruhland 2015

#Worst, er zit van alles in#

De titel is een quote uit een nummer van de wereldberoemde Pe Daalemmer en Rooie Rinus. En dat er van alles in zit, is voor sommigen een reden om nooit worst te eten. Niet omdat vegetariër zijn, maar omdat men vlees wil eten dat herkenbaar is als vlees. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen. Worst in Nederland is van een vaak abominabele kwaliteit, even de worsten van makers Brandt & Levie uit Amsterdam daargelaten. Het lijkt wel alsof wij hier geen kwaliteitscontrole kennen, geen zelfregulerend systeem dat tot enkel goede vleesproducten leidt. Misschien hebben Nederlanders minder behoefte aan de betere worst. Liever voor 50 cent een kilo troep dan voor 3 euro een worst met smaak.

Als ik in Duitsland of Italië ben, dan valt me op dat het vlees in worsten en vleeswaren anders is. Beter. Smaakvoller. Het proeft niet zo goedkoop. Het vet erin is minder of smaakt beter. Eens in de zoveel weken ga ik speciaal voor Duitse worst naar Duitsland. Met knoflook gerookte Fleischwurst, heerlijk op lichtzurig Duits brood. Bierwurst, uitstekend bij een glas bier of een wijn uit Rheinhessen, liefst Spätlese of Auslese. Grove Leberwurst op een (echt) Duits broodje. Zulke broodjes zijn evenals worsten in Nederland niet of nauwelijks te krijgen. Ja, er schijnt een Duitse bakker in Groningen te zijn, maar dat is me net iets te ver weg (dan is Duitsland dichterbij). Mijn favoriete salami komt ook uit Duitsland. Sowieso heb je er keus uit minstens 10 salamisoorten. Ik zeg 10, maar het zullen er meer zijn; ik was deze zomer in een supermarkt waar je Aufschnitt van onder andere talloze salami’s kon krijgen. Ausgezeichnet!

Niet dat de salami’s van Italië minder zijn. Die zuidelijke salami’s zijn droger, opdat ze beter gedijen in warme tijden. Daarom vind ik Italiaanse salami lekkerder in de zomer, en de Duitse in de winter. En dat heb ik met meer etenswaren. Je zult mij geen goulash zien eten in lente of zomer, of een konijn zien villen in die maanden. Ik drink evenzo zelden een rode wijn in de zomer. Ik draag ook bepaalde aftershaves in de zomer (zoals Truth van Calvin Klein in de zomer en Armani Code in de herfst). Geuren en smaken van eten en drinken zijn genot. Genot is afhankelijk van gelegenheid, gezelschap, jaargetijde, en doodordinaire behoefte en zin.

Maar terug naar de worsten. Ik doe mezelf eens in de zoveel tijd een plezier door een Fleischwurst en een Salami cadeau te doen. Helaas zijn die worsten maar beperkt houdbaar en erg lekker, zodat ze snel zijn verorberd. Gelukkig heb ik iets achter de hand: vleeswaren in blik. Dat klinkt voor velen vies, schat ik zo, maar ik kan zo genieten van die blikken. Door die blikken weet ik dat eten niet alleen kwestie is van smaak, maar ook van herinnering.

Ik ga die blikken bij gelegenheid ritueel openen! En dan maakt me niet uit wanneer, waarom, met wie. Als ik zin heb en de herinnering erom vraagt. Met een zuurdesemig Abendbrot erbij en een Reinheitsgebotbier. Even terug aan de keukentafel van mijn oma in Groß-Gerau, im Süden von Hessen.

© Rick Ruhland 2015

Happy International Hate Day!

Here are some quotes to inspire you.

“I don’t hate people, I just feel better when they aren’t around.” Charles Bukowski

“I hate people when they’re not polite.” Talking Heads.

“People who use quotes on hate to show that love is good, they don’t really get it. You can’t make an egg by breaking an omelette.” Anonymous

“Of the crooked timber of humanity, no straight thing can ever be made”. Immanuel Kant.

“Hell is other people.” Jean-Paul Sartre.

“Human existence must be a kind of error.” A. Schopenhauer.

And here’s a few happy thoughts about people.

(c) Rick Ruhland 2015

DefinitieDinsdag: waarmening

Komt veel voor bij mensen die iets zien of horen, en dat vervolgens als hun standpunt zien, en die ook nog boven alle twijfel verheven zien. Terwijl hun waarneming gewoon niet goed is (geschreven).

Meestal zijn het  mensen die door het wrak- en brandhout voor hun geestelijke deur het mooie bos niet meer zien, en die denken dat elke overtuiging juist is en die zich vastklampen aan elke boom die voor de voeten komt.

© Rick Ruhland 2015

Ph. D.

I have one of those: a Ph. D. Got it for extreme hard work and many a sleepless hour, some brilliant insights into the world of language development and a general help to scientific progress. You want know what a Ph. D. is? Here’s Matt Might explaining it (and no, it’s not a Pretty Huge Dick! Perverts!).

Did it feel like that, pushing the boundaries of knowledge? At the time: no. It felt like a waste of time. Why? Because when I started writing my thesis, something tragically happened in my life. That fateful time is ever since connected to my scientific career, that kind of stopped on-the-spot at the time.

Now, nearly 20 years later, I value that time at university and my work as a researcher much more. I think it helped me to see through life’s nasty moments, to realize how important it is to stand up and live, even though you fell flat on your face and metal spikes punched your frail heart.

Don’t give up. Dare to let go. Choose new directions. Embrace other possibilities. Stay Alive.

© Rick Ruhland 2015.

FoodFriday: Trout in a salty crust of ginger chocolate under a coulis of red apple walnut

This week I propose a dish that is centered around a fish. So, a fish dish. Normally I don’t eat a lot of fish. Fish is not nice to my ‘smell and taste buds’. To me, most fish (and other sea animals) taste and smell as if they were never fresh. As if they were rotten from the start. Which is not strange: they swim in the water they pee in. I must say, the way they live is not good marketing for being a fish, and definitely not for a fish dish. However, I do make an exception for salmon and trout. They are to me the kings and queens of the rivers and seas.

Ingredients

– Fresh trout, preferably rainbow trout; best is to catch them your self in a lake of river; if you buy it at a fishmonger: let him kill and clean it;

– Enough salt to cover the fish; buy a couple of kilo’s (of salt, not fish) to be sure;

– Maybe a lemon or a lime?

– 100 grams of intense dark chocolate per 500 grams of fish; or more chocolate if you’re not a fish fan and you like to snack from the chocolate before you start cooking. Or in case you don’t want to cook and eat the fish at all.

– Fresh, grated ginger, about 3 tea spoons.

– 50 grams of butter; do not use any oil at all, it will give the fish a watery taste.

– Fresh walnuts, or if unavailable, use walnuts from a bag, chopped to pisces. Ehm, to pieces.

– Red apples, preferably Rode Boskoop or any other look-and-taste-a-like variety like Golden Rennet. Kill the apple and chop it down.

 

How to make it

I don’t know. A good start may be if the fish dealer didn’t kill the trout: let someone else kill the fish, clean it and remove the bones (however, leave the head where it is, so you can talk to it in case you just drink the white wine and don’t feel like preparing this dish).

But after that? Hm. Add some slices of lemon or even better, lime in the belly of the fish. Does that sound good? Then do it.

Maybe you should cover the trout in salt and put it in the oven. Leave it there at mid temperature (190 C / 375 F) for about 20 minutes. If you have wood fire oven, use it. If you have a fornetto oven, use that. Maybe add some mesquite wood in the oven for an extra sensory (taste and smell) touch to the fish?

I don’t know.

During the meantime (in the meanwhilst): put the chocolate in a bowl (one that can be put over a pan of water), and heat the water so that chocolate will melt. Add the ginger and mix.

Take the trout and cover it with the ginger chocolate. Let it dry.

Heat some butter in a pan and add the finely chopped walnut and apple. Let it simmer for 5 minutes.

Then serve the trout in ginger chocolate with the coulis of apple walnut coulis.

Maybe, if you’re hungry, eat the fish with some backed potatoes and slightly roasted fennel bulb.

 

Music

Die Forelle by Schubert. I like this rendition of Schuberts piece.

Or listen to your new Samsung washing machine when the washing program has finished.

 

Wine

Some strong white wine. If you don’t like fish, like me, just drink the wine. With the chocolate.

© Rick Ruhland 2015

Het belang van nutteloze wetenschap

Universiteiten zijn perverse wegen ingeslagen toen ik de wetenschap verliet. Ik zeg niet dat er een statistisch-theoretische samenhang bestaat, een samenhang voorbij de correlatie, maar het geeft te denken. Ik zeg, op deze Philosofical Phursday: Ha. Boe. Foute boel.

De universiteit is overgenomen door nutsdenkers, door geldeters, door prestige-eisende middenmootmanagers die niets meer zien in de ontrafeling van mysteries, nutteloze wetenschap, de menselijke zoektocht naar het onbekende. De alma maters van deze wereld kennen nog maar een weg, en dat is de hoofdweg naar het pakhuis van Oom Dagobert Duck.

Ik doe er niet meer aan mee. Ik vertoef in de denkwereld waarin deze voorwerpen uit de menselijke geschiedenis verwondering, vragen, ideeën oproepen. Dat is de taak van de universiteit. Ach ik, arme ziel, die niet meer past in de wetenschap van vandaag de dag. Ik heb me er bij neergelegd.

© Rick Ruhland 2015

Ricktatorship

The world needs to be a better place to live in. Too many people have to many choices. Too many people are not happy. So from now on, everybody will be living in a ricktatorship, in which I am the sole ruler. I am the ricktator; see the Urban dictionary, or the Worldy Ricktionary as it wil be known from now on, for a definition of ricktator). Everything is banned except arts (music, paintings, dance, sculpture) and science (but only those branches I deem good and appropriate; so no psychology and economics). Religion is allowed, but all have to live together on a small island where they can do no harm (except harming other religions). Health care is brought back to the world, with no commercial possibility whatsoever. And all people with no idea of what to do with their time of their life, who don’t know how to enjoy art and all people with no job, in most cases these sad middle managers: they will be the new gladiators. Just like in the old days of the romans, with one exception: those new gladiators will all die, even if they defeat all others. Of course there will be people who don’t want to live in my ideal world. They will locked up in a very big building (spanning the whole of the Netherlands, where will be breathing cannabis smoke and coke dust particles, till they say they understand why I am the ruler, of Ruhlander, as it will be know from then on). And food? We all will eat 3d-printed food made from insects and fungi.

Living in my own world is sometimes nothing more than a very cruel joke. I do laugh, but I cannot not laugh. You out there may want to cry, but then I will put you in the big building.

© Rick Ruhland 2015