Het was een paar maanden merkwaardig stil aan het plantenfront. Al een week of zelfs maand of wat. Heb een paar een keer mail gestuurd naar de groep onder leiding van een plant met de (schuil?)naam Goor Waskruid. Kreeg vandaag een mail terug van de zelfbenoemde (partij?)voorzitter gekregen.
Ik dacht eerst dat hij een cactus met lange stekels en korte wortels was, maar zo schreef de man of vrouw (het geslacht is me niet duidelijk): z/hij heeft slappe bladeren in de kleur ‘week groen’. GW wilde verder zijn of haar origine niet prijs geven, en ik weet ook niet of planten namen geven aan zichzelf of aan anderen. In de mail staat dat de radio- en mediastilte niet zomaar is. “We zijn bezig met een enquête onder de leden. We zijn een democratische partij, en we doen wat de leden willen. En jij, Rick, bent onze spreekbuis. Ik ben de leider, maar jij geeft ons een stem.”
Ik zie dat niet zo. Ik vind het belangrijk dat stemmen gehoord worden in onze en eigenlijk elke maatschappij. Wat je ook te zeggen hebt, het moet gezegd worden. Absolute vrijheid van meningsuiting. Voeg er wel fatsoen en respect aan toe. Met die twee woorden gaan velen aan de haal om te laten zien dat ze het echt goed bedoelen; dat is echter maar zelden het geval omdat de meesten dat tweetal ‘fatsoen en respect’ in de mond nemen om daarna ongebreideld en onbeschoft mensen af te maken. Met woorden, dat dan weer wel. Ik heb daar een schijthekel aan. Dat kan zo ver gaan dat mijn sympathie voor iemand omslaat in weerzin, ook al ben ik het hartgrondig met die persoon eens.
[En terwijl ik dit schrijf krijg ik weer een email…]
Waar GW het ook al mis heeft: ik ben niet zijn spreekbuis (ik weet nu dat hij een hij is, want hij heeft het over pissen in het urinoir; een vrouw denkt daar niet aan). Zeker niet als iemand dat tegen mij zegt, of mij opdraagt. Daar gaat het altijd mis: als mensen andere zeggen dat iemand moet volgen, ontstaat de grootste ellende. Politieke, religieuze, economische en andere ideologieën die enkel tot waanzin leiden. Goor Waskrijt heeft me eerder eens gezegd dat hij en zijn volgelingen (ik dacht alle planten gelijk waren, of minstens gelijkgezind, maar sommigen zijn dus gelijker dan anderen) streven naar een brede, Europese stroming. Maar dan niet waarbij andere Europeanen de dienst gaan uitmaken in de florawereld van Nederland.
Maar, zo vervolgt hij, ‘wel vanuit mijn grote ideeën en mijn standpunten. Laten we niet vergeten, zo schrijft hij, ik en mijn volgers zijn toch goed voor minstens 6 % van alle planten. En dan tel ik alle zwijgende sympathisanten nog niet eens mee’. Hij gaat verder met zijn verbale waterval – zonder enige alinea-indeling, waardoor de tekst als een blok letters op het scherm staat en nauwelijks duidelijk is waar de ene zin begint en de andere eindigt, ook al omdat deze plant nou niet echt van interpunctie heeft gehoord – dat de Nederlandse plant meer voorop moet staan in de natuur van Nederland. Wat hij me niet duidelijk maakt, is waarom hij dat allemaal wil. Dat weren van planten. Zijn sommige planten nuttiger? Beter? Mooier? Ik heb die vraag en veel meer aan hem gesteld in een mail terug. Zodra ik weer iets hoor, meld ik me weer.
© Rick Ruhland 2015