Maandelijks archief: april 2021

Serveersuggesties: tomatenpuree

Op menige verpakking staat een foto van het product in die verpakking. Dat gaat niet altijd goed: op kinderprut die meestal uit fijngemalen groentes bestaat staat vaak een baby afgebeeld, en op dierenvoedsel vaak een kat of hond, waarmee ik overigens niet wil beweren dat in die verpakking geen hond of kat zit.

Oordeel: wat puree op een lepel? Serieus? Wat is dat voor serveersuggestie? Had je ook gewoon een foto van een geopende verpakking kunnen maken. Bedrag voor de aanschaf van de houten lepel kon dan in de zak gestoken worden. Maar zo? Dit is geen serveersuggestie. Toe even zeg.

Cijfer: 0.

© Rick Ruhland 2021

Relazen in het PostPandemische Tijdperk 4

Weet u waar ik niets van begrijp? Influencers.

Sinds de digitale tijd ons heeft geknecht door ons 24 uur per week aan een scherm gekluisterd te laten zitten, is voor velen bekend worden via die wereld van computers de enige manier om nog een zinvol leven te hebben. Een ontwikkeling die zorgen baart is het ontstaan van de categorie mensen die zich influencer noemen. Een blik op dat soort mensen doet het ergste vrezen: men doet alsof het een vaardigheid is. Een beroep. Een roeping.

Wat ze werkelijk eigenlijk? Mensen die uit zijn op succes en hebbedingetjes. Door zichzelf aan te prijzen. Maar wat erger is dat andere mensen achter zulke personen aan lopen. Schaapjes.

Nu we vooral een wereld zijn die van digitale netwerken aan elkaar hangen, krijgen deze nitwits de kans. En waarom ze een kans krijgen? Mensen willen volgen. Willen te horen krijgen wat ze moeten doen of wat anderen aanraden.

Denk nou toch eens hier en ginder zelf na.

© Rick Ruhland 2021

De Lekker Uitgelegd Podcast – aflevering 11: Kilroy was here, de eerste graffiti die viraal ging.

Sinds begin november 2020 praten Dennis Aaij en ondergetekende over de meest uiteenlopende onderwerpen in onze podcast Lekker Uitgelegd (te beluisteren op onze website, op iTunes, op Spotify of op een van de andere plekken waar podcasts te beluisteren zijn).

In de elfde aflevering:

Veel luisterplezier.

Als je de podcast leuk vindt, laat dan een recensie achter, bijvoorbeeld bij iTunes of deel de podcast met familie, vrienden en kennissen. Wat wij ook leuk vinden is als je ons laat weten wat je van de podcast vindt. E-mailadressen staan op de website, en we zijn te vinden op facebook, instagram, en twitter.

© Rick Ruhland 2021

De Fulmar Inn: De band (2)

Na de gruwelijke wrede winter, waaruit niet iedereen zonder kleerscheuren tevoorschijn was gekomen (meer daarover een andere keer), brak eindelijk het ijs in de rivier. De kroeg raakte met de week voller, de koperen reling rond de bar kreeg weer glans en de stamgasten hadden hun zin in verhalen terug. In reuring, zoals Evert het noemde.

Gerrit had hem wel eens gevraagd wat dat woord betekende.

‘Reuring? Ken je dat niet? Dat is als het leven in de brouwerij komt.’

‘Waarom zeg je dat dan niet? Leven in de brouwerij. Dan begrijpt iedereen je.’

Maar Evert hield vast aan de taal van zijn geboortestreek.

‘Is het niet leuk als je wat nieuws leert? Dat je eerst denkt: Huh, wat zegt ie nou? En dat je later die kennis moeiteloos gebruikt?’

‘Ja, leuk. Maar niet teveel verandering. Ik moet het wel bij kunnen benen in mijn eigen kroeg.’

Gek genoeg was dat nou precies waar het de komende weken om zou draaien. Want toen Jonneke op de eerste avond van de lente binnenkwam zei ze dat een goede vriendin in een bandje speelde.

‘Ze spelen altijd in kleine zalen en kroegen, en spelen akoestisch.’

‘Spelen ze ook verzoeknummers?’

‘Ze spelen covers. Misschien spelen ze ook verzoeknummers. En ze vragen nauwelijks een gage.’

Koos vroeg niet verder en zei ja tegen een optreden van een half uur.

Met het begin van de lente was het tijd voor een concert.

Jonneke’s vriendinnen, die in het gezelschap speelden, waren al vroeg in de kroeg. Ze zetten hun muziekstandaarden neer, hun krukken, en haalde toen hun instrumenten tevoorschijn. Koos, die nog een boodschap te doen had, was een uurtje weg. Jonneke wenste haar vriendinnen veel succes.

‘Jon, denk je dat ze van onze muziek houden?’

‘Geen idee, maar als je het niet probeert, zul je het nooit weten.’

Om 8 uur was de kroeg half vol. De stamgasten keken met enig wantrouwen naar het overige volk in de kroeg. Dat waren allemaal vrienden van de muzikanten.

‘Veel vrouwen,’ zei Gerrit.

Hij zei het tamelijk argwanend, iets wat alleen de mannen opviel.

Vijf minuten later zaten al die mannen, inclusief Koos, met een open mond en een licht afgrijzen in de ogen te luisteren naar de muziek van luit, schalmei, blokfluit. Ze speelden renaissance van David Morley en William Byrd. En ze zongen er ook nog bij.

Het duurde maar een half uur, maar toen waren de mannen helemaal kapot.

Het was dat de vrouwen in de kroeg bleven hangen en hun fans veel wijn bestelden, maar anders was Koos tamelijk uit zijn slof geschoten.

Dat deed hij een week later wel toen Jonneke op vrijdag in de kroeg kwam.

‘Jonneke, wat was dat in godsnaam vorige week?’

Jonneke keek de barman met ontsteltenis aan.

‘Pardon?’

‘Die muziek. Dat getetter. Man, dat had je wel even mogen melden.’

‘Want? Het is erg mooie muziek.’

‘Dat zal best, maar niet in mijn kroeg.’

‘Nou ja. Breng ik wat smaak en cultuur in de kroeg, krijg je dit. Wat had je dan gewild?’

De overige stamgasten keek gefascineerd toe.

‘Meezingers. Liedjes van nu. Niet die oude shit.’

Zeer ongebruikelijk viel het toen een paar seconden stil.

Evert doorbrak de stilte.

‘Ik denk dat ik je snap, Koos. Ik kom graag op festivalletjes met bands. Ook coverbands. Laatst een leuke coverband gezien en gehoord. E doen het niet voor het geld maar voor de lol. Zal ik die eens polsen?’

Koos was niet meteen razend enthousiast.

‘Nou, vorige week was niet mijn ding. Ik word er wat huiverig van. En met al die vergunningen en zo. Vorige week speelde ik net quitte.’

‘Geloof me, dit ga je, gaan jullie leuk vinden.’

In het lange weekend van pasen, op goede vrijdag, stond de band in het hoek klaar. De zanger, een kleine kleerkast, verhief zijn stem.

‘Dames en heren, welkom bij ons feestje. Want dat gaat het worden.’

De drummer, met weinig meer dan een trommel en een koebel, tikte af en daar ging het los.

Na een kwartier zat iedereen mee te zingen, te tikken op een tafel of op de bar, en een meisje die met de band mee was gekomen stond zelfs te dansen.

De band speelde niet alleen alles wat iedereen leuk vindt, maar ze speelden ook nog eens verzoeknummers. Maakte niet uit welke tijd, welke taal, welke stijl. Na de nodige drank was het tijd voor een polonaise. Koos kon schenken wat hij wilde, maar de kelen waren steeds dorstig.

Tot diep in de nacht werd gezongen, gedronken, gedanst. Zelfs Koos kon er geen genoeg van krijgen. Sommige stamgasten ook niet. Zowel Hannes als Evert wilden niet weg.

‘Blijf maar slapen. Ik kom morgen weer terug.’

Het was een memorabele avond die nog lang na gonsde in de hoofden van de kroegbezoekers.

En Evert? Die kon geen kwaad meer doen. Evert was binnen. Stamgast forever.

© Rick Ruhland 2021

Boeken, muziek, films: Time travel

Bij veel boeken kan een zin of alinea of hoofdstuk mij aan het denken zetten, een nieuwe denkrichting in doen laten slaan. Is dat soms niet de moeite van een boek waard, om dat te lezen, dat je in ieder geval iets leert of te weten komt?

Dat is zelfs zo als ik een boek lees met een onderwerp waar ik al veel van weet. IN casu: James Gleicks Time Travel. Gleick gaat op uiteenlopende wijzen in op het idee van tijdreizen.

Zo kunnen gegeven situaties – momenten in de tijd – diverse ‘moeders en dochters’ hebben, oftewel dat je op een plek of actie op verschillende manieren kunt komen. Bijna een bewijs dat tijd niet lineair is. Dat er multiple verledens zijn. Over het idee van vrije wil. Het belang van taal, de verwoording, is erg groot. Om daar mijn eigen filosofietje aan toe te voegen: er bestaat geen fysische (of chemische) realiteit zonder taal. Maar ook: woorden zijn niet realiteit.

En: ik kan zeggen dat ik iets ga doen, en dan niet doen. Mogelijke toekomsten. Een vorm van tijdreizen?

Wat me ook is bijgebleven uit het boek: weten we meer over het verleden dan over de toekomst? Mogelijke toekomsten vs. vastgelegde verledens. Maar de andere opties zijn ook waar: vastgelegde toekomsten vs. mogelijke verledens. Vastgelegde toekomsten vs. vastgelegde verledens. Mogelijke toekomsten vs mogelijke verledens.

Dat is het goede aan het boek: het roept op tot overpeinzingen. Nadeel was wel dat de schrijver op veel plekken in details dook waar ik niet echt de waarde van inzag. Het hield het lezen meer dan eens op.

Oordeel: Wisselend bewolkt, maar regelmatig komt de zon tevoorschijn.

© Rick Ruhland 2020