Tagarchief: Psychiatrie

Over manische depressiviteit / Hoogbegaafdheid: 15. Denken aan de dood: suïcidale tendensen

Een middel waar psychiaters steeds weer naar grijpen is theorieën en therapieën die teruggrijpen op het idee dat er een ideaal bestaan is. Een normaal bestaan. Een bestaan waarin iedereen braaf is zoals een brave burger dient te zijn. Dat die wereld niet de wereld is waarin een manisch mens, een depressief individu of een hoogbegaafde homo sapiens vertoeft, dat is deze psychiaters en andere hulpverleners van de afwijkende psyche niet echt bekend, en men wil het ook niet erkennen of toestaan. Zowel de theorie – ik heb al zo vaal gehoord dat de oorzaak van psychiatrische ellende in de jeugd moet liggen; alsof je een verkoudheid wijt aan op de tocht gestaan hebben, alsof deze “hersenkundigen” niet weten dat ziek worden gevolg is van een bacterie of virus – als het geloof in een juiste werkelijkheid maken mijns inziens duidelijk dat men niet weet dat er geen ideaal is. Een ideaalbeeld is een droom, en laten we wel wezen: er is altijd een idealer beeld. 

In dat ideaalbeeld passen de afwijkende ideeën over het leven niet. Het is iets misschien calvinistisch (de psychiatrie is vooral een door westers denken ingegeven wijze van denken). Je moet werken, je moet je voortplanten, je moet dit, je moet dat. Mijn idealen zijn dat niet; het probleem is dat woord ‘moet’. Ik ben zelfs zo ver van die norm, want het is een norm en die zit ingebakken in de psychiatrie, dat ik genieten en genot voorop stel. Ervaringen zijn belangrijker dan bezit, rust beter dan roem en macht, je niet laten vangen in een verstikkend net van wat de maatschappij vindt is een levenskunst.

Wat in de maatschappij al helemaal is weggedrukt, zeker in het westelijke leven, is de dood. Was het leven tot nog niet zo lang geleden doorspekt van de dood, tegenwoordig moet je leven. Wie dood wil, daar is wat mee.

Ik denk al mijn hele leven aan de dood. Als optie. Als puber had dat vooral een romantisch karakter. Ik ‘snapte’ dat dichters uit de Romantiek over de dood schreven, of waarom Goethe’s Leiden des jungen Werthers zo mooi was. Het is niet dat ik mijn hele leven dood wil, maar wel dat ik mij voorstel wat het is dood te zijn. De momenten dat ik manisch was, hadden die gedachten, als ze er al waren, een meer filosofisch karakter. Speels, zo je wil.

In de depressieve fasen was dat speelse veranderd in een waarachtig doodsverlangen. De dood zou een einde aan het verdriet, het zwarte, de pijn maken. Ik vertel niet of ik ooit of nooit een poging heb gedaan, maar ik meen te snappen dat depressieve mensen aan zelfdoding denken en soms ook die ultieme daad stellen.  

Mag dat? Ja. Waarom? Het maakt een einde aan levensongeluk. Voor wie lijdt onder het bestaan, is er de uitweg van de dood. Doorgaan op de weg van de pijn is een optie; de vraag is wel of dat nog leven is. Leven zoals ik het leven zie. Een leven van genot en plezier en ervaren. De derde optie, opgenomen worden, is voor menigeen geen echte optie. En zoals bleek bij mijn broer: het is niet uitzonderlijk dat je in een inrichting vervolgens ook het loodje legt.

Het verlangen naar de dood, door suïcide, speelt soms bij HB. Als het allemaal te veel wordt. Als de scenario’s van het denken constant door elkaar lopen. Dan bestaat de gekte, want de veelheid aan scenario’s is doodvermoeiend en zet een woud neer voor de bomen die voor het bos staan, uit steeds maar denken. Geen moment rust, ook niet in de slaap. Als er ooit een moment van stilte in het brein is, dan jaagt dat schrik aan. Ik denk wel dat HB een zekere gewenningstijd kent. En goede begeleiding. Iets wat ik met mijn zoon constant doe. Met nadruk op leven. Niet op de dood. Daar gaat hij over uiteindelijk, maar ik hoop dat hij zijn levensgenot vindt.

We moeten af van het idee dat het leven altijd te verkiezen is boven de dood. Leven, ja, maar niet ten koste van alles.

© Rick Ruhland 2023

Broer

Vandaag is het 27 jaar en 1 dag geleden dat mijn broer in de handen van zorgverleners overleed in een psychiatrische inrichting. Hij stierf in de stilte van de nacht, toen hij net 27 jaar oud was geworden.

Hij kreeg een shit load aan farmaceutische troep. Hij stierf aan een medicijnvergiftiging.

Vandaag is hij dus langer dood dan hij heeft geleefd.

Ik heb het de heren en dames doctoren nooit vergeven. Hij had niet hoeven sterven.

Ik hoop dat hij zijn rust heeft gevonden.

© Rick Ruhland 2023

Onontdekte ziektes: insectenwoordangst

(neurologie? en psychiatrie). Angst die ontstaat bij woorden als spinaker, bijeenkomen, schommels, vliegtuigen, vicepremier.

Opvallend: het gaat niet alleen om insecten die steken.

Incidentie: 0.915225323 %

Prevalentie: 1 %

Comorbiditeit / differentiaaldiagnose: 

– Geen

Behandeling:

a. confrontatietherapie: woord aanreiken en dan een pluche konijn aanraken

b. aanleren van vertalingen in het engels zodat de woorden geen insecten meer in zich hebben

© Rick Ruhland 2023

Onontdekte ziektes: zwaanbeelden

(Psychiatrie) Aandoening waarbij iemand constant dieren ziet, vooral als die er niet zijn.

Oorspronkelijk door de Franse wetenschapper Oie ontdekte aandoening voor levende hallucinaties, waarbij een dier extreme angst en weerzin oproept.

Incidentie: onbekend.

Prevalentie: 0,000023 %

Comorbiditeit / differentiaaldiagnose: 

a. modeslachtoffers

b. huisdierangst 

c. allergie voor dierenharen

Behandeling: confrontatietherapie met dierenknuffels of zintuigelijke adaptatie.

© Rick Ruhland 2022

Proefschrift van de week

Titel: Veeltrapsoctaven in EMDR. Auteur: Marieke Druppelijzer

Samenvatting: In de wereld van therapieën op het gebied van psychologie en psychiatrie is niet alleen praten en pillen. Ook therapieën met dieren en hypnose bieden soms hulp. Een vrij recente wijze van behandelen is de EMDR-techniek. In het kort: een patiënt wordt gevraagd aan een pijnlijke gebeurtenis terug te denken, inclusief de bijbehorende beelden, gedachten en gevoelens. In het verwerkings-proces dat wordt opgestart vraagt de therapeut vragen de gebeurtenis opnieuw voor de geest te halen, maar nu in combinatie met een afleidende stimulus. In veel gevallen is dat de hand van de therapeut of door geluiden die door middel van een koptelefoon afwisselend links en rechts worden aangeboden.

Druppelijzer heeft gekeken hoe de impact van de techniek kan worden vergroot. Daarbij heeft ze aan de hand van onderzoek van de universiteit van San Diego gekeken hoe de stimuli van geluid kunnen worden gevarieerd om zo een grotere invloed op de patiënt te krijgen. Zij noemt dat de ‘veeltrapstechniek’. Geluiden worden aangeboden met een diversiteit van meerdere octaven, vaak aan de hand van bestaande (kinder)liedjes gespeeld op een synthesizer. 

De resultaten zijn voorlopig, maar goed genoeg om op te promoveren, zo blijkt. Patiënten worden enigszins in verwarring gebracht, maar dat is gegeven de analyses juist in het voordeel van de therapie. Meer dan bij een statistische verwachting normaal zou zijn hebben meer psychische problemen een kleinere impact. 

Conclusie: Ik ben sowieso voor methoden en technieken en behandelingen die niet met pillen te maken hebben. Niet dat dus alles maar uitgeprobeerd moet worden, er moetmag wel een theorie onder de aanpak liggen. Ik denk dat de onderzoekster dat inderdaad heeft weten aan te tonen. Vervolgonderzoek moet meer patiënten, meer auditieve stimuli, meer liedjes en misschien ook andere instrumenten. De uitkomsten zijn hoopvol, dat in ieder geval.

© Rick Ruhland 2022

Spreekuur van de neoloog

Kakrakter: een slechte persoonlijkheid die de eigenaar van zo’n persoonlijkheid met luide knallen aan de wereld laat weten. Zo iemand stinkt als een hoop stront. Psychiaters beschouwen personen met een kakrakter als hopeloze gevallen met een anale, narcistische persoonlijkheidsstoornis.

© Rick Ruhland 2020

Proefschrift van de week

Titel: Bouwpakketten in aversietherapie. Auteur: Liam Stone.

Samenvatting: Mensen met kwalijk en schadelijk gedrag vormen niet alleen een gevaar voor zichzelf, maar ook voor hun omgeving. Een alcoholist krijgt lichamelijke en psychische problemen, maar als hij (vaak hij!) in contact komt met anderen, zal niet zelden een ander last krijgen. Menig dronken bestuurder heeft medeweggebruikers doorgereden. Er zijn derhalve zeer goede redenen om patiënten met een impulsgerelateerde stoornis, zoals pyromanie, te onderwerpen aan een therapie.

De meest toegepaste therapieën in de geestelijke gezondheidszorg – daar hebben we het immers over – bestaan uit babbelen en pillen. Slechts een klein deel, helaas zeg ik erbij, maakt gebruik van andere methodes. EMDR is zo’n therapie, en ook creatieve therapie is gebaseerd op niet-talige therapie.

Stone, psychiater en universitair docent architectuur, heeft een eigen praktijk en kwam er achter dat kinderen rustiger worden als een gesprek over hun problemen makkelijker en diepgravender verliep als het kind mocht knutselen of bouwen met Lego. Dat heeft mogelijk, zo schrijft hij, een oorzaak in het idee dat een afleiding van de problematiek leidt dat de problematiek behapbaar wordt, en zelfs makkelijker te verwoorden is.

De methode die de onderzoeker gebruikt is niet eens afwijkend van andere methodes die bij bestaande therapieën worden gebruikt. De conclusies van het onderzoek zijn wel afwijkend. Zo valt op gegronde argumenten te stellen dat bouwen met een onderdelen er voor zorgt, of kan zorgen dat een impulsstoornis wordt gedwarsboomd.

Eindoordeel: Ik vind de conclusies best ver gaan. Te ver. Dat iemand beter praat door te spelen met een bouwpakket, is misschien een observatie die hout snijdt. Dat daar wellicht ook punten van aandacht uit rollen, heel mooi. Maar dat daarmee ook de stoornis kan worden geholpen of zelfs verholpen, dat is natuurlijk je reinste flauwekul. Aan dat manco gaan zo goed als alle psychotherapieën ten onder. Ik ben benieuwd hoe zijn patiënten zich staande houden als er weer een stoornis in de impulscontrole aan komt. Het bouwwerk, dat ze mogen meenemen naar huis aldus Stone, zou dan goed kunnen zijn voor de herinnering aan de zoetsappige woorden van de psychotherapeut. En dat kan aanleiding zijn voor meer impulsstoornissen.

© Rick Ruhland 2020